Toen jullie klein waren speelden jullie met elkaar, spanden jullie samen tegen je ouders, hadden jullie samen een eigen spel, gewoonten en geheimen. In de volwassen leeftijd staan jullie misschien nog net zo dicht bij elkaar óf zijn jullie een eigen pad gaan volgen. Je broer(s) en/of zus(sen). Er zijn weinig mensen die je zo goed kennen als je eigen broer of zus. Maar als hij of zij sterft mag je als het aan de Wet affectieschade ligt achterin de rij gaan staan of liever: helemaal niet in de rij gaan staan.
De rouw voor het verlies van een broer of zus wordt onderschat. De Wet affectieschade is wat mij betreft het levende bewijs hiervan. De wet is er om een vorm van genoegdoening te geven voor de naasten van een slachtoffer (overleden of ernstig en blijvend letsel) van een ongeluk of misdrijf. Wil je als broer of zus in aanmerking komen voor deze vorm van ‘genoegdoening’ dan is de (hechte of bloed) band die je hebt niet genoeg: je moet langdurig samenwonen en zorg dragen voor elkaar.
Het is natuurlijk niet zo dat onze broers of zussen alleen sterven als er sprake is van een misdrijf of ongeluk. Ik benoem de wet omdat hij tekenend voor de plek die broers en zussen in onze maatschappij krijgen als iemand overlijdt. Niet alleen wordt hun verdriet minder goed gezien als dat van partners, ouders of kinderen. Zij worden minder vaak specifiek benoemd en ook zijn zij vaak de steun voor de achterblijvers: degene die een zorgdragende en/of ontlastende rol oppakt voor de andere nabestaanden. Vaak zetten ze (onbewust) eigen gevoelens aan de zijlijn. En vanuit de omgeving zijn zij vaak degene die de vraag krijgen hoe het met de ‘ander’ gaat.
Het gemis als broer of zus is minstens zo ingrijpend als voor elke andere nabestaande. Niet alleen vanwege de periode waarin je onderdeel van elkaars leven bent, ook vanwege de bloedband die je hebt. Je verliest een deel van jezelf als je broer of zus sterft. Ook ben je omringt door mensen die hun eigen verdriet en rouw hebben, waarbij de confrontatie met hun pijn en verdriet het rouwen nog lastiger maakt: je zet je eigen verdriet aan de kant om dat van bijvoorbeeld je ouder(s) niet nog groter te maken.
Zo normaal als dat we de relatie tussen broers en zussen beschouwen, zo complex is de rouw als hij of zij sterft, met wat mij betreft nog wat teveel verborgen verdriet.