Uitburgeringscursus

Na het sterven van mijn vader begreep ik niet waarom nog nooit iemand mij had verteld hoe heftig het verlies is van iemand waar je zo van houdt. Ik begreep het niet, omdat al zoveel mensen mij voor gingen. Ik begreep het niet, omdat iets dat zo ‘normaal’ is, zo onbesproken was. Ik begreep het niet, omdat het soms zo moeilijk leek om er met mensen, ook langere tijd na zijn sterven, een goed gesprek over te hebben. ‘Hoe gaat het met je moeder?’ is de vraag die ik vaak kreeg en nog altijd krijg.

Als het ter sprake komt dat mijn vader gestorven is, volgt altijd De Vraag, ‘Hoe oud was hij?’. Impliciet is het een vraag om te beoordelen of het sterven van mijn vader ‘normaal’ was. Want iemand die ‘oud genoeg’ is, heeft misschien een ‘mooi leven’ gehad. #Hethoorterbij. Het sterven van je ouders is het normaalste verlies dat je mee kunt maken. Maar hoe normaal het verlies ook is, mijn vader was voor mij geen ‘normaal’ mens, hij was en is voor mij bijzonder, hij zit in mij en er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk.

Ik vind dat sterven bij het leven hoort. Zo normaal als de dood is, zo normaal vind ik ook dat de dood een gespreksonderwerp is in ons dagelijks leven moet zijn. Daarom ben ik een groot voorstander van een uitburgeringscursus. Zoals we immigranten die naar Nederland komen verplichten om zich in te burgeren om hun weg te vinden in de Nederlandse samenleving, zo zouden we ook het vertrek van deze wereld wat beter onder de knie kunnen krijgen met uitburgeren. En dan bedoel ik niet alleen een uitburgeringscursus gericht op problemen rond het einde van het leven, zoals Dick Swaab voorstel in zijn boek ‘Wij zijn ons brein’. Ik bedoel dat de dood op alle leeftijden een thema is waar vrij over wordt gesproken, zodat we wat makkelijker de weg vinden als we zelf, of iemand die ons lief is, vertrekken van deze wereld.

Sabine Jochems - Pool

Ook interessant:

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *