De dood laat ons zien dat alles eindig is. Het onomkeerbare ervan maakt dat we er niet onderuit kunnen dat rouw daarop volgt. Dat begrijpen we. Bij alle andere verliezen begrijpen we dat minder. ‘Er gaat er vast weer een nieuwe deur voor je open’, ‘hij was toch al niet de juiste voor je’, ‘je kunt het toch nog een keer proberen?’. Een ontslag, een relatiebreuk, een verlies van zwangerschap. We kijken er allemaal anders naar. En dat maakt erkenning voor het verlies en voor de rouw die erbij hoort of kan horen, moeilijk.
De één ziet ontslag als een nieuwe kans, de ander als een grote klap in het zelfvertrouwen. De één zag het einde van de relatie al lang aankomen, de ander zag levenslang geluk voor zich. De één vindt het begin van de zwangerschap niet meer dan een klompje cellen, de ander zag zijn of haar dochter al dansen bij Het Nationale Ballet. Als we niet zelf het grote verlies meemaken, zien we in plaats van het grote verlies vaak alleen maar de nieuwe deuren die voor iemand open kunnen gaan.
In plaats van nieuwe deuren te zoeken of te zien, moeten we kijken wat het verlies voor iemand betekent. Want rouw is een reactie op verlies. En de omvang van verlies is áltijd individueel en uniek. Net zoals de gradatie van pijn en verdriet bij sterven varieert, is dat ook zo bij alle andere vormen van verlies. Als we altijd openstaan voor de mogelijkheid dat verlies per definitie een rouwreactie op kan roepen, dan helpen we mensen in hun nieuwe werkelijkheid te aarden. Dan helpen we ze goed door hun rouwtaken heen.
Een rouwproces goed doorlopen is niet makkelijk. Het vraagt rouwarbeid van je. En waar onze maatschappij van ons vraagt dat we een relatief korte periode weer op de been zijn, kunnen we ons hoofd daar misschien wel toe zetten, maar ons hart niet. Aanpassen aan een nieuwe werkelijkheid die we liever niet wilden, vraagt meer van ons dan we krijgen van onze omgeving. Er is meer ruimte, bewustwording en erkenning nodig voor rouwreacties. Bij welke vorm van verlies dan ook.