Je benen zijn kletsnat nadat je tijdens een wandeling door een bus werd gepasseerd die door een plas reed. Je bent met je fiets gevallen toen je geen voorrang kreeg van een auto van links. De manier waarop wij reageren als iets ons overkomt, verschilt van persoon tot persoon. Maar altijd zijn er twee elementen in onze reactie. Een primaire en een secundaire. De secundaire is het verhaal dat we aan anderen vertellen over wat er is gebeurd. De primaire is wat we in eerste instantie voel(d)en. En dat maakt ons kwetsbaar. Het is de primaire die aangewakkerd wordt én lang aanhoudt als we in de rouw zijn. Dat maakt het moeilijk om dichtbij de rouw van een ander (of van jezelf) te komen.
‘Die vervelende buschauffeur/automobilist’, ‘Stom dat ik die plas niet heb gezien’, ‘Rottige regen ook altijd’, ‘De gemeente had die weg allang moeten egaliseren/het kruispunt anders in moeten richten’. Wat we aan anderen vertellen over wat ons is overkomen op een dag, is vaak een secundaire reactie: het verhaal dat we ervan hebben gemaakt. In dat verhaal is het vaak makkelijk om verwijten te maken; om ergens een schuld neer te leggen voor de ontstane situatie. De primaire reactie gaat niet over schuld. Het is datgene dat we op het moment van de gebeurtenis voelen. Het is schrik, verstilling, angst, verstijving, verdriet, pijn… het is een fysieke reactie en we hebben er geen controle over.
Bij groot verlies is er sprake van een langer aanhoudende primaire en secundaire reacties. En vaak staat ze lijnrecht tegenover elkaar. Die discrepantie maakt dat de erkenning en herkenning van rouw zo ingewikkeld is. Secundair leggen we schuld bij een ander neer. ‘Als hij goed werk had geleverd, was de diagnose wél op tijd gesteld’. Primair voel je (onterecht) schuld, onvermogen, gemis en verdriet. Secundair gebruiken we referentiepunten om de pijn van onszelf of een ander af te zwakken of in ander perspectief te plaatsen. ‘Gelukkig is hij niet lang ziek geweest’ en ‘Je/Ik moet toch verder’. Primair wil je alleen maar dat een persoon er nog is en wil je helemaal niet verder. Secundaire reacties geven ons een gevoel van controle.
Primaire reacties maken ons kwetsbaar, maar ze moeten gevoeld, doorleefd, herkend en erkend worden. Ze moeten er zijn, want ze gaan écht over onszelf. Die buschauffeur had het gewoon niet gezien, maar jij bent je wel kapot geschrokken. Dat is het. Je geliefde is ondanks alles er niet meer, maar jij mist hem of haar enorm. Nog steeds. Dat is het.