Hij was ‘oud genoeg om te sterven’, het is ‘beter voor haar dat ze niet meer hoeft te lijden’, je bent ‘jong genoeg om opnieuw zwanger te raken’. We wegen. We wegen vanuit onze eigen perspectieven, ervaringen en inzichten hoe erg een verlies voor iemand anders is. Hoe logisch het voor ons mens ook is om te wegen (is deze broek warm genoeg voor deze dag?), in geval van verlies is de kans groot dat we bagatelliseren als we alleen wegen en niet goed luisteren naar iemand in rouw.
De hoeveelheid verdriet waar je doorheen gaat na een verlies, is een spiegel van de hoeveelheid liefde die je voor iemand voelt. Maar hoe eenvoudig de gelijkstelling ook is, in de praktijk betekent dit dat elke verlieservaring anders is, omdat elke relatie anders is. Drie kinderen kunnen dezelfde moeder verliezen, maar omdat de band tussen moeder en kind voor elk kind anders is, is de beleving van het verlies ook anders.
In de rechtspraak is Vrouwe Justitia ons symbool voor rechtvaardigheid. Geblinddoekt weegt ze feiten en omstandigheden af om een vonnis uit te kunnen spreken. Om dit te kunnen doen, heeft ze inzicht nodig in alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor een oordeel. Het is niet aan ons om te bepalen of iemand ‘oud genoeg was’, ‘er klaar voor was’ of ‘jong genoeg is voor nog een zwangerschap’. Als wij willen weten hoe iemand een verlies ervaart, moeten we open staan voor alle feiten en omstandigheden die meespelen in het verdriet. We moeten open blijven(!) staan voor mensen in rouw. We moeten luisteren, luisteren en blijven luisteren. Maar anders dan Vrouwe Justitia: zonder oordeel en zonder weegschaal. Liefde is niet te wegen, verdriet is niet te wegen.